De oprichting
De Haagsche Schaak Vereniging bestaat op 8 februari 2001
Vijfenzeventig jaar.
Zoals elke vereniging kent ook de HSV haar eigen "unieke" leuke en minder
leuke momenten. Hieronder wordt aan de hand van informatie uit clubbladen
en jubileumboeken een beeld geschetst van de ontwikkeling van de HSV 75 jaar
geleden tot heden.
De oprichtingsvergadering werd gehouden in de kapperszaak van de heer van Pelt
op de Hoefkade. Let wel dat het niet veel had gescheeld of wij hadden de zelfde
naam gehad als een bekende voetbalvereniging.
We beginnen met de........
Notulen oprichting der Haagsche Schaakvereeniging 8 Febr. '26
Den Heer v.Pelt opent de vergadering en spreekt zijn grootte voldoening uit,
voor de goede opkomst waarbij hij alle heeren in totaal 12 welkom heet.
Ten eerste zegt hij dat er voor de op te richtten club een naam gevonden dient
te worden en verzoekt dan ook de vergadering eenige voorstellen te doen.
Den Heer Rikkers meent dat de naam Alles Door Oefening wel geschikt is.
De Heer Molenbel acht zoo'n bijzondere naam eener Schaakvereniging niet nodig
en meent dat de naam Haagsche Schaakvereeniging beter geschikt is. Aldus wordt
besloten.
Daarna was aan de orde de contributie. De heer v.Pelt zag gaarne eenige
voorstellen, waarop den Heer Rikkers voorstelt deze te stellen op 15 ct p.w.
plus 2 a 3 ct voor een reserve kas voor eventueele werkeloozen die dan vrij-
gesteld worden tot 't betalen der contributie.
Den Heer Jongeneel vind 20 p.w. een goede contributie gezien de zaalhuur enz.
die er toch wekelijks af moet.
Den Heer Oliman vraagt of het niet mogelijk is de speelavonden bij een der
leden thuis te houden daar dan tevens de leden vrijgesteld zijn van vertering.
Na eenige bespreking blijkt dat zoo'n gelegenheid niet makkelijk te vinden is,
wijl men tevens hoopt het ledental op te kunnen voeren tot 20 a 30 personen.
Den Heer Molenbel doet 't voorstel voorlopig de kosten der zaalhuur onderling te
dragen en geen kas te maken daar hij meent het eerst eens te moeten
aanzien.
Den Heer Oliman antwoord hier echter op dat een club een kas moet hebben al is
hij ook klein, en stelt daarbij voor een entree te heffen.
Den Heer v.Pelt doet 't voorstel 50 ct entree en 15 ct p.w. contributie,
zoodat alle leden bij toetreding tot lid 65 ct storten. Den Heer J.W.Schuiten
meent dat dit voor vele leden nog al bezwaarlijk zal zijn en doet 't voorstel
vanaf heden 25 ct entree te betalen, dit tevens te beschouwen ook voor nieuwe
leden dien er bij komen als inleggeld en de contributie voorloopig te stellen
op 15 ct p.w. Aldus besloten.
Vervolgens is aan de beurt het vaststellen der speelavond. Eenige leden
meenden dat dit afhing van de avond over welke wij over een geschikte zaal
konden beschikken, doch algemeen werd de Maandagavond de meest geschikte
bevonden.
Besloten werd dan ook de Maandagavond te bestemmen als speelavond.
Den Heer v.Pelt doet daarna 't voorstel om raambiljetten welke hij kosteloos
gemaakt kan krijgen voor Propaganda bij leden op te hangen, doch dit voorstel
draagt bij de meeste leden de goedkeuring niet weg.
Velen achten dit beter te doen wanneer de club beter op pooten staat en
daarom wordt hier dan ook van afgezien, waarna den Heer v.Pelt zegt dat hij er al
reeds voor gezorgd heeft dat de oprichting der H.S.V., in verschillende couranten bekend
zal worden gemaakt.
Hierna heeft nog eenige bespreking plaats over 't les geven aan die leden die
totaal onbekend zijn met het schaakspelen. Onmiddellijk stelde den Heer Rikkers
zich hiervoor beschikbaar.
Ten slotte werd er een voorlopig bestuur gekozen en wel den Heer v.Pelt Voorz:
den Heer Zonneveld Secr: (alhoewel niet aanwezig en den Heer Schuitte Jr.
penningmeester. Hierna zegt den Heer Oliman dat hij niet zoveel op de speelavonden
tegenwoordig zal zijn, echter zeer veel te voelen voor het Schaakspel
en daarom fl2.50 wil storten in de kas om een goed begin te maken.
Welk mooi voorbeeld door den Heer Jongeneel gevolgd werd.
Vervolgens gaven alle aanwezige leden al naar vermogen meer als de entree
zoodat er boven te verwachten reeds dadelijk een kas gevormd werd.
't Bestuur nam verder op zich zo spoedig mogelijk voor een zaal te willen
zorgen en de leden daar dan onmiddellijk van in kennis te stellen.
Den Heer v.Pelt zegt hierna de leden dank daarbij de hoop uitsprekend dat de H.S.V,
spoedig in ledental mag toenemen en sluit daarna de vergadering.
8. Febr. "26. w.g. P.Zwaan H.v.Pelt
Aldus gemaakt door den Heer P.Zwaan
De eerste jaren (1926 - 1935
U ziet het, niets nieuws onder de zon. Het eerste jaar kende wel de nodige
problemen, hier volgt een kort overzicht.
Op
15 maart 1926 vond de eerste ledenvergadering plaats onder voorzitterschap
van de heer van Pelt. De agendapunten bestonden voornamelijk uit de aankoop
van het materiaal, de bespreking van "het reglement",de benoeming van het
eerste bestuur waarbij de heer Van Pelt ondanks zijn "geringe schaakkennis"
als eerste voorzitter werd benoemd en de financien.
Op die vergadering werd tevens besloten dat nieuwe leden drie maanden vooruit
moesten gaan betalen.
Op
26 maart werd de eerste bestuursvergadering gehouden. Er werd vooral
gesproken over de aankoop van het materiaal:
"Daar de bestaande borden niet voldoen werd besloten deze eerst te vernieuwen
naar 't systeem der Arbeiders Schaakclub wat een koste meebracht van fl.1,00
per bord. Geheel nieuwe borden kosten dus fl.2,00 per stuk."
Op
20 mei werd er alweer vergaderd want het ging niet goed met de jonge
vereniging.
De bestaande zaal was niet geschikt en gezellig genoeg maar de financiële
positie was niet groot genoeg om te verhuizen. De grote teruggang van het
ledental en de slechte opkomst baarde zorgen. Ook de aansluiting bij de
Nederlandse Schaakbond werd besproken.
Op
7 juni werd de tweede ledenvergadering gehouden met daarin veel discussie
over de financiers en de zaalruimte. De heer Oliman bood aan om als een andere
zaal vijftig cents per week duurder uit zou vallen dat voor zijn rekening te
nemen. Voorwaar een genereus gebaar.
Op
12 juli werd al de derde ledenvergadering gehouden. De voorzitter bedankte
voor zijn functie en een ander bestuurslid overleed. Grote opschudding
ontstond over de manier van bijeenroepen van de vergadering. Het voorstel
van de heer Muyser tot het oprichten van een jeugdklasje werd aangehouden.
Op
23 juli werd in het nieuwe bestuur een voorstel geformuleerd over een
"jeugdklasje" wat al op 23 augustus in de vierde ledenvergadering werd
aangenomen. De leeftijdsgrenzen werden 15 tot 18 jaar, de speelavond bleef de
maandag maar wel voor de schaakavond van de leden namelijk van half zeven tot
half negen, de contributie voor deze groep werd vastgesteld op tien cent per
week. Daarna lezen wij niets meer over dit initiatief.
Op
7 november kwam het bestuur wederom ter vergadering bijeen want de
"Residentieschaakclub"(zo werd dat geschreven) had namelijk een vergadering
belegd waar ook de HSV vertegenwoordigd was met betrekking tot het
oprichten van de Haagse Schaakbond. Het doel van de bond zou zijn om de
kleinere (arme) verenigingen in staat te stellen simultaans te laten houden.
Het bestuur van HSV vond toetreding geen goed plan daar de contributie per
vereniging en niet per lid geheven zou gaan worden.
Toen werd het wat rustiger rondom de vereniging. Op
31 januari 1927, de
vereniging bestond toen uit 24 leden, werd de eerste Jaarvergadering gehouden.
De leden vonden dat er te weinig aandacht was voor beginnende schakers en er
werd een voorstel ingediend om theorielessen te gaan geven, de wedstrijdleider
was echter voorstander van zelfstudie. Voorts waren er vragen over de
reglementen en de bibliotheek. Het materiaal waarover de vereniging beschikte
bestond toen uit vijf klokken en dertien komplete spelen. De verhuizing naar
een nieuwere en betere speellokaliteit werd vastgesteld op 21 juni.
In de zomertijd, als de competitie stil lag, zouden er uitdagingswedstrijden
gespeeld gaan worden.
Op
15 april vindt de eerste bestuurscrisis plaats: de heer H. heeft een
contributie-achterstand maar de secretaris heeft geen tijd gehad om hem een
brief te schrijven maar op de volgende ledenvergadering zal royement worden
voorgedragen. De voorzitter "doet niet mee aan deze zwendel" en stapt hierom
op. Compromisvoorstellen halen niets uit, de voorzitter blijft het woord
"zwendel" gebruiken waartegen de rest zich verzet. Op een extra ledenvergadering
uitgeschreven op
2 mei 1927 doen de leden een dringend beroep op de
voorzitter om aan te blijven hetgeen geschiedde. Wat er verder met de heer
H. en zijn royement is gebeurd wordt niet vermeld.
Op
30 december vindt er een opmerkelijke discussie in het bestuur plaats daar
zich dames als lid hebben aangemeld. Het bestuur besluit om hierover geen
standpunt in te nemen en de kwestie aan de ledenvergadering voor te leggen.
Na uitvoerige discussie wordt op die vergadering besloten elk geval
afzonderlijk te bekijken.
De hele begroting van de vereniging voor
1928 zal fl.319,48 bedragen.
Beeld van de interne competitie
De eerste jaren werd er veel gesproken over de te volgen systemen voor zowel
de winter- als de zomer wedstrijden. Op vrijwel elke vergadering werden er
wijzigingsvoorstellen besproken.
In de wintercompetitie werd er in groepen gespeeld en aan het einde van het
seizoen werden er promotiewedstrijden gespeeld. Enkele sterkere spelers hadden
daar wat minder zin in en wilden uitsluitend aan de promotiewedstrijden
deelnemen. Daar werd lang over gepraat want sterkere spelers raak je ook niet
graag kwijt. Uiteindelijk bleek het organisatorisch niet te kunnen.
De zomercompetitie stond ook volop ter discussie, de meeste jaren werden er
uitdagingswedstrijden gespeeld maar er lag wel telkenmale een voorstel om het
nu eens anders te gaan doen.
Er werd ook volop gediscussieerd over het deelnemen van de leden die ook bij
een andere vereniging lid waren en tevens voor die andere vereniging in de
bondscompetitie uit kwamen.
De winterwedstrijd in
1929 werd in twee groepen gespeeld. De eindstand in de
twee groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2:
1) D.Rikkers (kampioen) 1) A.Farjon
2) P.Zwaan 2) J.Groeneveld
3) F.K.Schuite 3) D.J.Ritsman
4) R.D.Isbrücker 4) B.J.S.Beining
Besloten werd om de komende winterwedstrijd in twee ronden van 8 met promotie
en degradatie te laten verspelen.
In de in 1929 gehouden zomerwedstrijd behaalde de heer J. Groenveld de eerste
plaats en werd de heer P. Zwaan tweede.
In de verliezersronde werd de heer J.van Vianen eerste.
Voor de wedstrijd om de Zilveren Ooievaar werden in 1929 de heren P. Zwaan en
R.D. Isbrücker afgevaardigd.
De winterwedstrijd in
1930 werd in 3 groepen gespeeld.
De eindstand in de drie groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2: Groep 3:
1) P.Zwaan 1) B.J.S.Beining 1) W.Ceelen
2) J.Jongeneel 2) J.H.Steinfort 2) C.M.v.d.Mee
3) J.Kooter 3) C.Mets 3) H.Schouten
Ook de zomerwedstrijd in 1930 werd in 3 groepen gespeeld.
De winnaars van die groepen waren: P. Zwaan, J. van Vianen en Heijgen
Voor de winterwedstrijd werd in 1931 de promotie en degradatie als volgt
geregeld: de twee laatste nummers der voorgaande groep spelen tegen de twee
eerste der volgende groep. De twee sterkste promoveren.
De zomerwedstrijd wordt gespeeld met procenten mindering der hoogst geplaatste
spelers.
De winterwedstrijd in
1931 bleef in 3 groepen verdeeld.
De eindstand in de drie groepen was als volgt.
Groep 1: Groep 2: Groep 3:
1) P.Zwaan 1) J.F.Godschalk 1) P.Heijnemeijer
2) J.Jongeneel 2) J.Olieman 2) J.Zeh
3) J.H.Steinfort 3) A.Farjon 3) C.Toonen
De komende winterwedstrijd zal worden gehouden in drie groepen met dubbele
ronde. De heer Zwaan stelde voor om 's winters op zondagavond te spelen.
Dit voorstel werd aanvaard in de ledenvergadering van 28 september 1931.
De winterwedstrijd in
1932 is in 3 groepen gespeeld.
De eindstand in de drie groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2: Groep 3:
1) P.Zwaan 1) J.van Vianen 1) C.Toonen
2) J.W.Schouten 2) W.Ceelen 2) J.Heijer
3) J.Jongeneel 3) J.Izendoorn 3) J.de Wit
In 1932 werd besloten de komende winterwedstrijd te spelen in twee groepen
van 8 en de rest in de derde groep. Er zullen drie prijzen per groep zijn met
2 troostprijzen per groep voor het beste resultaat.
Het inleggeld voor de winterwedstrijd werd in 1932 gesteld op een gulden.
Door gebrek aan belangstelling wordt de zondagmorgen speelgelegenheid als
afgelopen beschouwd.
De zomerwedstrijd van 1932 was gelijk aan de in 1931 gekozen opzet.
Namelijk allen tegen elkaar met punten in mindering voor de hoogste op de
ranglijst.
In 1933 werd er een contributieregeling voor werklozen ingesteld.
De contributieregeling was, dat zij die tenminste 6 maanden lid zijn en hun
volle contributie betaald hebben dit voor een beperkte tijd, dit door het
bestuur te bepalen, 15 cent per week betalen met behoud van het maandblad.
De winterwedstrijd in
1933 is in drie groepen gespeeld
De eindstand in de drie groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2: Groep 3:
1) P.W.Otterspoor 1) J.Izendoom 1) J.Hollander
2) J.Jongeneel 2) J.v.Vianen 2) C.Visfer
3) J.H.Steinfort 3) C.Y.d.Mee 3) J.Wamaar
In 1933 werd besloten dat de komende winterwedstrijd weer zal worden gehouden
in drie groepen met een gulden inleggeld.
De zomerwedstrijd werd in 1933 gespeeld in twee groepen
Op de in juni 1934 gehouden ledenvergadering werd ingestemd met het voorstel
om te gaan schaken in een zaal van het
Café Restaurant "Corina" gelegen
aan de Apeldoornselaan 147.
Wederom werd de winterwedstrijd in
1934 in drie groepen gespeeld.
De eindstand in de drie groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2: Groep 3:
1) P.W.Otterspoor 1) J.v.Vianen 1) J.Zeh
2) P.Zwaan 2) C.Mets 2) J.de Wit
3) J.Jongeneel 3) C.v.d.Mee 3) J.v.Zijderveld
In 1934 worden tijdens de ledenvergadering de heren P.W. Otterspoor en
P. Zwaan aangewezen voor deelneming aan de wedstrijden om de Zilveren Ooievaar
Besloten werd de zomerwedstrijd in 1934 in groepen van vier dubbele ronde te
laten verspelen.In de bestuursvergadering van 8 mei 1935 ontspon zich een heet
debat over het regelen van de promotiewedstrijden.
In hoofdzaak hier om gaande of nummer 6 in een groep van 8 spelers degradatie
moet spelen. Het voor en tegen werd zwaar afgewogen.
Het resultaat was dat in dit geval 6 en 7 om de degradatie spelen, daar altijd
onverschillig welk nummer op de lijst wordt bereikt, de twee laatste in een
groep tegen de bovenste in de volgende groep promotie-degradatie wedstrijden
spelen. Dit gold alleen voor de winterwedstrijd.
In de ledenvergadering van mei 1935 werd besloten de zomerwedstrijd in drie
groepen enkele ronde te spelen, met de daaraan verbonden voorwaarde dat zij
van de nieuwelingen die een goed resultaat in hun groep halen bij keuze een
hogere plaats op de ranglijst krijgen.
De winterwedstrijd in
1935 is in vier groepen gespeeld. De eindstand in de
vier groepen was als volgt:
Groep 1: Groep 2: Groep 3: Groep 4:
1) P.Zwaan 1) Mossel 1) Schippers 1) Mol
2) Otterspoor 2) Verbeek sr. 2) Pirsch 2) Grothuis
3) Schouten 3) Ceelen 3) De Leijzer 3) Verbeek jr
Beeld van de externe competitie
In de eerste jaren van het bestaan werd er driftig aan allerlei wedstrijden
meegedaan. Er werden massakampen gespeeld tegen "Haagsche verenigingen die
niet hoger mogen spelen dan het eerste team der HSV" en er werd ingeschreven
voor de competitie van de Nederlandse Schaakbond.
In het jaar
1926 nam de Haagsche Schaakvereeniging deel aan de competitie
van den Nederlandschen Schaakbond in de derde klasse B van het district
Zuid Holland en speelde haar thuiswedstrijden in het Volkskoffiehuis, gelegen
aan de
Herman Costerstraat 250 te 's-Gravenhage.
In deze derde klasse B kwamen naast de HSV de navolgende teams uit:
Residentie Schaakclub 2, R.K. Schaakclub Ruy Lopez, Haagsche Arbeiders
Schaakclub 2, Delftsche Arbeiders Schaakclub, Haagsche Schaakkring
Westerkwartier 1, Discendo Discimus 4.
Het eerste tiental van de HSV bestond in 1926 uit de heren J.H.Muyser,
J.H.Schouten, J.Muns, J.Jongeneel, H.W.Molenbel, R.D.Isbrucker, D.J.Ritsman,
A.van der Straat, J.Weillaard en J.Palstra.
In
1927 eindigde HSV 1 op de onderste plaats in de 3de klasse B Noord van
de Ned.Schaakbond met 0 punten uit 5 wedstrijden.
Op 29 maart
1928 behaalde het toenmalige eerste tiental van de HSV het
kampioenschap van de derde klasse B Noord. Uit 5 wedstrijden werden 9 punten
gescoord.
In de daarop volgende promotiecompetitie streed HSV 1 met onder andere de
heren P.Zwaan, F.K.Schuite, P.W.Otterspoor, H.J.A.van Gelder, H.Hendriks,
E.C.A.Moolenbel, J.W.Schouten, J.Kooter, J.Jongeneel in mei 1928 tegen het
tiental van Wassenaar 1. Door overwinningen met resp. 6-4 en 7-3 promoveerde
HSV 1 naar de derde klasse A Noord van de Ned.Schaakbond.
HSV 2 kwam uit in de derde klasse C van de Ned.Schaakbond en werd laatste met
0 punten uit 4 wedstrijden.
In
1929 werd met 2 HSV teams deelgenomen aan de externe competitie.
Het eerste HSV team speelde in de derde klasse A Noord van de Ned.Schaak-
bond en behaalde uit 5 wedstrijden 4 punten (4e plaats).
Het tweede HSV team speelde in de derde klasse C van de Ned.Schaakbond en
verkreeg uit 6 wedstrijden 8 punten (3de plaats) .
In
1930 kwam HSV 1 uit in de 3de klasse A Noord van de Ned.Schaakbond en
bereikte een 4de plaats met 1 punt uit 4 wedstrijden.
HSV 2 eindigde in de 3de klasse C van de Ned. Schaakbond op een derde
plaats met 9 punten uit 6 wedstrijden.
In
1931 behaalde HSV 1 in de 3de klasse A Noord van de Ned.Schaakbond de
laatste plaats (7de) met 3 punten uit 6 wedstrijden.
In
1932 speelde HSV 1 in de 3de klasse B Noord van de Ned.Schaakbond en
legde beslag op de tweede plaats met 6 punten uit 4 wedstrijden.
Ten tijde van januari 1932 deed zich een wijziging voor in de organisatie van
de schaakbond.
De sedert 11 november 1926 te 's-Gravenhage bestaande Haagsche Schaakbond,
wiens doelstelling was beperkt tot het bevorderen van het schaakleven in de
residentie, voorzover dit niet door den Nederlandschen Schaakbond werd
verzorgd, werd gereorganiseerd, waardoor zijn taak belangrijk werd uitgebreid.
Met den Nederlandschen Schaakbond werd een overeenkomst aangegaan, waarbij de
Haagsche Schaakbond binnen het rayon, omvattende het district Zuid Holland
(Noord) - met uitzondering van Gouda - werd erkend als zelfstandig orgaan.
Krachtens die overeenkomst, welke is aangegaan op 1 januari 1932, werden de
wedstrijden van den Nederlandschen Schaakbond, voor de 2de en 3de klasse,
voortaan verzorgd door de Haagsche Schaakbond.
HSV 1 werd toen ingedeeld in de derde klasse A van de Haagsche Schaakbond.
De externe competitie was in
1933 niet erg succesvol voor de HSV teams.
Beide teams eindigden onderaan in de derde klasse A (HSV 1 had 3 punten
uit 6 wedstrijden) en B (HSV 2 had 0 punten uit 7 wedstrijden) van de
Haagsche Schaakbond
In
1934 verbleef HSV 1 in de derde klasse A van de Haagsche Schaakbond.
Dit tiental behaalde een zesde plaats met 5 punten uit 7 wedstrijden. Er werd
gestgreenen tegen H.Chr.S.V. 1, D.D.4, Westerkwartier 3, Tjatoer, RSC 3, HASC 3
en Raadsheer 1.
Bij de externe competitie kwam er in
1935 een andere indeling van de
competitie van de Haagsche Schaakbond.
Er werd een indeling gemaakt met een eerste, tweede en derde klasse.
Hierdoor kwam HSV 1 in 1935 uit in de tweede klasse B en zij haalde uit 6
wedstrijden 6 punten.
HSV 2 behaalde in 1935 in de derde klasse B de
eerste plaats met 8 punten
uit 4 wedstrijden.
Het tweede decennium (1936 - 1945)
Nadat er in de beginfase nogal lustig van lokaliteit werd gewisseld vond
HSV in
1935 onderdak in het
café "Sans Souci" aan de Regentesselaan 37
en dat bleef gedurende 38 jaar zo.
Op
3 februari 1936 werd daar ter gelegenheid van het
tien jarig bestaan een
receptie gehouden op zondag 9 februari gevolgd door een Nationale wedstrijd.
De deelnemers aan deze wedstrijd werden ingedeeld in groepen van vier.
De indeling bestond uit Hoofd-, eerste, tweede en derde klasse.
Er werd gespeeld volgens het Reglement van de KNSB, 30 zetten in 1,5 uur,
vervolgens 10 per half uur.
Er waren vier prijzen per groep van vier dus iedereen had prijs. Het inleggeld
voor deze wedstrijden bedroeg één gulden. De prijsuitreiking volgde een dag
later.
Op 15 februari tenslotte was er een feestavond voor de leden en hun dames.
Het ledental was, mede door het Euwe-effect, inmiddels tot vijftig opgelopen
en dat gaf goede hoop voor de toekomst. Ook in de jaren daarna groeide de
vereniging ondanks het gegeven dat het toenmalige bestuur aan de deelnemers
van de interne competitie die voor een andere vereniging in de HSB-
competitie uitkwamen meedeelde dat aan hun aanwezigheid geen prijs meer werd
gesteld. Van de zijde van de vereniging AAA die in dat jaar in de HSV
opging kwamen ook enige leden de club versterken. Het ledental liep op tot
vierenvijftig in 1938 maar een jaar later zakte het weer naar zevenenveertig
om in 1939 te blijven steken op negenentwintig.
In
1938 werd ook herhaaldelijk het idee geopperd om een eigen orgaan te
laten verschijnen. Het bestuur was daar niet zo voor, men hanteerde onder
andere het argument dat het nieuws uit één vereniging nooit groot genoeg
zou kunnen zijn. Een jaar later werd er echter door het bestuur, zij het
schoorvoetend, akkoord gegaan met het verschijnsel.
Het derde lustrum in
1941 werd gevierd met een bonloos diner voor de leden en
hun dames maar er werd niet geschaakt.
In het eerste oorlogsjaar kon de secretaris in het jaarverslag melding maken
dat geen enkel lid van de vereniging door het oorlogsgeweld om het leven is
gekomen en dat ook de teruggang in het ledental tot staan is gebracht. In het
tweede jaar zakte het ledental echter tot onder de dertig en dat bleef zo
voor de rest van de oorlog.
Ook de HSV telde een tweetal "foute" medeburgers. In het jaarverslag
1944-1945 dat opgemaakt werd na het einde van de oorlog maakt de secretaris
verheugd melding van het feit dat een tweetal voormalige NSB-ers het
lidmaatschap hebben opgezegd.
Tevens besloot het bestuur op haar eerste vergadering na de oorlog tot het
schrappen van alle contributie-achterstanden en het houden van een
Bevrijdingswedstrijd. Dit toernooi werd gewonnen door de heer Lommers,
als prijs mocht hij het boek over de match Aljechin-Euwe in ontvangst nemen.
Beeld van de interne competitie
Ook in
1936 werd er nog steeds in groepen gespeeld maar het aantal groepen
werd uitgebreid naar zes. De winnaars: groep 1 P.Otterspoor gevolgd door
Zwaan en Faljon, groep 2 de heer Mossel, groep 3 de heer Mol, groep 4 de
heer Hopman, groep 5 de heer De Cotes en groep 6 werd gewonnen door de heer
Wildschut.
De zomerwedstrijden verliepen dat jaar rommelig omdat in geen der groepen
alle wedstrijden gespeeld werden.
Voor de competitie van
1937 werd de omvang van de groepen op tien vastgesteld
waardoor er weer vier groepen geformeerd werden. Er werd dubbelrondig gespeeld.
De winnaar werd wederom de heer P.W.Otterspoor gevolgd door de heren Zwaan en
Visser. Groep twee werd een prooi voor de heer Mol, groep drie voor Van Aalst
en groep vier voor Wagner.
In
1938 treffen wij een andere kampioen, de heer P.Zwaan werd eerste met een
score van 16 uit 20. De prijzen werden dat jaar in geld uitbetaald. In
1939
werd de heer Zwaan alweer afgelost, nu was het een van de jongeren die met de
eer ging strijken namelijk de heer C.Loep die dat in
1940 nog eens zou
herhalen.
De strijd om het kampioensschap van
1941 werd, om reden van de avondklok na
een bijzondere ledenvergadering gesplitst in een zondagmorgen en een
maandagavondgroep. Allen tegen elkaar. Dit besluit werd in januari echter
weer teruggedraaid, er werden wel wedstrijden gespeeld volgens het systeem
van de zomercompetitie maar er zou geen kampioen benoemd worden.
De strijd om het kampioenschap werd echter steeds moeilijker te organiseren
maar in de jaren
1942-43 lukte het nog om een kampioen te benoemen en dat
werd in alle gevallen de heer P.Zwaan. Het schaken op de maandag was toen al
gestaakt. In
1945, de hongerwinter, kon er echter geen competitie meer
gehouden worden.
Beeld van de externe competitie
In
1936 bereikte het eerste tiental van de HSV in de tweede klasse A een
tweede plaats met 10 punten uit 6 wedstrijden.
De eerste plaats werd bereikt door Residentie Schaakclub 3.
HSV 2 belandde in de derde klasse A op de laatste plaats met 0 punten
uit 7 wedstrijden.
In
1937 speelde HSV 1 in de 2de klasse B en eimdigde op de
eerste
plaats
met 9 punten uit 6 wedstrijden.
Voor promotie werden er 2 wedstrijden verloren (resp. 7,5-2,5 en 4-6) tegen de
Delftse Arbeiders Schaakclub.
In de 3de klasse A kwam HSV 2 op een vijfde plaats met 7 punten uit 7 wedstrijden.
In de 4de klasse A eindigde HSV 3 op de onderste plaats met 1 punt uit 6
wedstrijden.
HSV 3 degradeerde naar de 4de klasse B, doordat RSC 6 een beter resultaat
behaalde in de 2 beslissingswedstrijden.
In
1938 namen de heren P.W.Otterspoor (groep A) en P.Zwaan deel aan de
Ooievaarswedstrijd 1937/1938.
In
1938 bereikte HSV 1 een
gedeelde eerste plaats met Westerkwartier 2 in
de 2de klasse B. Zij behaalde 8 punten (bordpunten 29-21) uit 5 wedstrijden.
De beslissingswedstrijden voor het kampioenschap van de 2de klasse B werden
gespeeld tegen Westerkwartier 2 (resp. 5-5 en 6-4 verlies).
Derhalve geen promotie voor HSV 1
In de 2de klasse C kwam HSV 2 tot een derde plaats met 7 punten (bordpunten
27-23) uit 5 wedstrijden.
In de 3de klasse C behaalde HSV 3 een vijfde plaats met 4 punten (bordpunten
31-29) uit 6 wedstrijden.
In de 4de klasse B eindigde HSV 4 op de vijfde plaats met 2 punten uit 6
wedstrijden.
In
1939 eindigde HSV 1 op de
eerste plaats in klasse 2 A met
12 punten uit 6 wedstrijden. Voor promotie naar de 1e klasse werden 2
beslissingswedstrijden gespeeld tegen HASC 1 (resp. 5-5 en 2-8 verlies)
HASC 1 bleef derhalve in de 1e klasse en HSV 1 promoveerde niet.
In de 2de klasse C kwam HSV 2 tot een zesde plaats met 4 punten uit 6 wedstrijden.
In de 3de klasse C behaalde HSV 3 een vijfde plaats met 5 punten uit 6 wedstrijden.
In de 4de klasse B legde HSV 4 beslag op de vierde plaats met 7 punten uit 6
wedstrijden.
In
1940 behaalde HSV 1 de derde plaats in de 2de klasse A met 8 punten
(bordpunten 25-23) uit 6 wedstrijden.
In klasse 3A eindigde HSV 2 op de vierde plaats met 7 punten (bordpunten 30-26)
uit 7 wedstrijden.
In klasse 3C kwam HSV 3 op de tweede plaats met 8 punten (bordpunten 25-23) uit
6 wedstrijden.
In klasse 4A bereikte HSV 4 de derde plaats met 6 punten (bordpunten 25-23) uit
6 wedstrijden.
In
1941 nam HSV deel aan de HSB competitie met twee tientallen.
HSV 1 eindigde op een derde plaats in de 2de klasse A met 8 punten uit 5
wedstrijden. Zij smaakte het genoegen de kampioen (HASC) van haar afdeling te
verslaan met 6,5 - 3,5.
HSV 2 begon slecht door incompleet uit te komen, doch daarna behaalde zij onder
aanvoering van hun captain, de heer Kerkum, 3 eclatante overwinningen.
Het tweede team kwam uit in de 2de klasse B en behaalde een vierde plaats met 6
punten uit 6 wedstrijden.
In de ledenvergadering van de HSV d.d. 22 september 1941 was besloten dat
alleen met het tweede tiental zou worden deelgenomen aan de HSB competitie.
Tegen de bedoeling in heeft HSV 1 toch aan de competitie 1941/1942 deelgenomen.
HSV 1 was zeer verzwakt door het bedanken van enige prominente spelers en
zieken, zodat zij dikwijls met reserves moesten uitkomen.
In de 2de klasse A werd een vijfde plaats behaald met 4 punten uit 6 wedstrijden.
HSV 2 speelde met een achttal en kwam uit in de 3de klasse B.
Zij bereikte een derde plaats met 8 punten uit 6 wedstrijden.
In oktober
1942 kwam er een schrijven van de HSB dat er geen competitie
zou worden gehouden.
Veel HSV leden waren het daarmede niet eens en wilde wel een competitie.
De voorzitter werd gemachtigd op de te houden vergadering van de HSB de wens
dezer leden naar voren te brengen.
De HSB competitie werd in het seizoen
1942-43 ontijdig afgebroken door de
competitieleider van de HSB.
Het was namelijk onmogelijk geworden 's avonds te spelen en veel verenigingen
hadden bezwaren tegen het spelen van wedstrijden op zaterdagmiddag.
HSV 1 had 0 punten uit 4 wedstrijden.
In
1944 werd getracht het competitierad van de afd. Den Haag weer in werking
te stellen, maar ook dit bleef bij pogen.
Alleen de jaarlijkse rondenwedstrijd, waaraan enige HSV leden deelnamen, werd
gehouden.
De RSC hield een invitatie-wedstrijd, waaraan toevallig dezelfde HSV leden mee
deden.
In
1945 was er geen HSB competitie. Dit kwam door verschillende
dwangmaatregelen tengevolge van de bezetting en door gebrek aan brandstoffen, licht
en verkeersmiddelen.