Olav van Leeuwen clubkampioen snelschaken
Op maandag 3 februari vond het clubkampioenschap snelschaken plaats. Daar waren 16 schakers op afgekomen die door Fred van der Holst in twee qua sterkte
gelijkwaardige groepen van acht spelers werden ingedeeld. Uit iedere groep plaatsten zich de nummers 1 en 2 voor de halve finale.
In groep A was er van spanning geen enkele sprake. Hans de Haan en Olav van Leeuwen maakten hier de dienst uit. Door winst in de onderlinge partij
eiste Olav de groepswinst voor zich op met een 100% score van 7 uit 7. Hans werd tweede met 6 uit 7. Op gepaste afstand deelden Dick de Jong en
Evert Roeleveld de derde plaats met 4 uit 7.
In groep B was er meer spanning. Paul Koks ging als een raket uit de startblokken met 4 uit 4. Vervolgens moest hij nederlagen incasseren tegen Ton Bodaan en Dick Groenendijk.
De strijd om de groepswinst werd beslist in het voordeel van Ton Bodaan, die alleen een halfje afstond tegen Dick Groenendijk.
Dick morste ook nog een halfje tegen Bert Gerritsma en eindigde met 6 uit 7 op de tweede plaats. Op de derde plaats eindigde Paul Koks met 4½ uit 7,
gevolgd door Bert Gerritsma met 4 uit 7.
In de halve finales speelde Ton Bodaan tegen Hans de Haan. Olav van Leeuwen nam het op tegen Dick Groenendijk. Olav had verrassend weinig moeite met
Dick en won met 2-0. De eerste partij tussen Hans en Ton eindigde in remise, waarna Ton de tweede partij in zijn voordeel besliste: 1½-½
In de finale won Olav de eerste partij. Ton scoorde de gelijkmaker nadat Olav zijn dame liet instaan. De derde partij was weer een prooi voor Olav
die daardoor Ton opvolgt als clubkampioen snelschaken.
Hieronder volgen de eindstanden in beide groepen:
Groep A Groep B
Olav van Leeuwen 7 Ton Bodaaan 6½
Hans de Haan 6 Dick Groenendijk 6
Dick de Jong 4 Paul Koks 4½
Evert Roeleveld 4 Bert Gerritsma 4
Jacques van As 3½ Willem Hessels 3
Hans Coenders 2 Jan Veeijen 2
Ruud van Dijk 1½ Adel Felfel 2
Dick Verwaart 0 John Prins ½
Halve finales
Olav - Dick 2 - 0
Ton - Hans 1½ - ½
Finale:
Olav - Ton 2 - 1
Tot slot: het speeltempo van 3 minuten + 2 seconden increment bleek voor veel spelers (te) machtig. Fred van der Holst deed de suggestie om een volgende keer met een speeltempo van 3 minuten + 3 seconden increment te spelen. "Wat maakt die ene seconde extra nu uit?", zult u zeggen. Wel, een simpel rekensommetje volstaat: als een partij 40 zetten telt krijg je er dus 40 x 3 = 120 seconden bij. Je bedenktijd komt dan op 5 minuten. Als een partij 60 zetten telt krijg je er drie minuten bij en kom je aan 6 minuten bedenktijd.
Bert Gerritsma