HSV 1 bedwingt Belgisch Park
Op maandag 16 november speelde het eerste team de thuiswedstrijd tegen het sterke team van RSC/Belgisch Park, waarvan vorig seizoen nog met 4½-3½ werd verloren.
Bij HSV ontbrak Jan Eberle wegens verblijf in een Pools kuuroord. Ook vaste reserve Bert Corneth was in het buitenland. Dus werd er een beroep gedaan op
Mark Jager, die zijn debuut maakte in het eerste team.
Het eerste resultaat viel aan bord zeven waar Hans de Haan een remiseaanbod kreeg. Na overleg met de teamleider sloeg Hans dit af, omdat Nico Vromans aan bord
drie inmiddels twee pionnen had verloren en dreigde te gaan verliezen. Hans probeerde het dus nog even, maar hij zag geen winstkansen en zijn partij eindigde
in remise.
Nico had de op papier sterkste tegenstander getroffen. Zijn stelling met twee pionnen in de min en met alle zware stukken nog op het bord zag er vrij hopeloos uit.
Nico moest inderdaad capituleren. Tussenstand ½-1½.
Lex van der Lubbe leek aan het tweede bord in een tweepaardenspel een gevaarlijke aanval te hebben. Toen zijn aanval leek doodgebloed deed de tegenstander een
remiseaanbod dat Lex na overleg met de teamleider aannam. Volgens Willem Hessels bleek in de post mortem dat Lex had kunnen winnen. Paard op f5, dat wint altijd,
aldus Willem. En wie ben ik om hem tegen te spreken? Tussenstand 1-2.
Mark Jager speelde aan bord vier een scherpe Siciliaan waarin hij op de koningsvleugel onder de voet dreigde te worden gelopen. Mark wist echter alle problemen
te bezweren en creëerde tegendreigingen op de vijandelijke koningsvleugel. Dit kostte hem veel bedenktijd en hij kwam dan ook in lichte tijdnood. De teamleider
begon het al somber in te zien, maar Mark hield het hoofd koel. Nadat Mark nog een mat in twee had gemist eindigde deze enerverende partij in remise. Tussenstand 1½-2½.
Roman Navrat speelde aan bord acht een Spaanse partij waarin hij het beste van het spel had. Het toreneindspel dat op het bord verscheen was volgens de kenners
gewonnen voor Roman, maar in de praktijk werd de partij remise. Tussenstand 2-3.
Rob van der Holst had aan bord vijf een partij met ongelijk materiaal. Ik weet niet of Rob beter stond, maar hij had wel veel meer bedenktijd. Enigszins tot
mijn verbazing ging de tegenstander door zijn vlag. Dat zou toch niet moeten kunnen met het nieuwe speeltempo waarbij je er na iedere zet 10 seconden bedenktijd
bij krijgt. De overwinning van Rob was meer dan welkom, want de tussenstand werd hierdoor 3-3.
Frans Hoogeveen had aan bord zes gewoontegetrouw geopend met 1.b3. Hij bereikte een eindspel waarin hij een loper + enkele pionnen had en zijn tegenstander een
paard + enkele pionnen. De loper was sterker dan het paard en Frans had ook veel meer bedenktijd. De uitkomst was dan ook geen verrassing. Frans won en bracht
de tussenstand op 4-3 voor HSV.
Kopman Olav was aan het eerste bord geconfronteerd met de Trompowsky aanval (1.d4 Pf6 2.Lg5). Olav kwam wat gedrukt te staan en de teamleider was bang dat hij
langzaam gewurgd zou worden (een pijnlijke dood lijkt me). De partij werd in de tijdnoodfase beslist. Olav won een stuk, maar hij zag helaas over het hoofd dat
hij matgezet werd. En zoals de bekende schaakcommentator Lex Jongsma pleegt te zeggen: mat is lastig.
De eindstand werd hierdoor bepaald op 4-4. Ik denk dat Belgisch Park met dit resultaat meer tevreden mag zijn dan HSV. Voor de HSV-spelers geldt dat zij nu niet
naast hun schoenen moeten gaan lopen ook al gloort heel in de verte het kampioenschap. Belgisch Park is immers op rating het sterkste team in deze poule.
Voorlopig moet er eerst op 10 december de uitwedstrijd tegen Haeghe Ooievaar 2 gewonnen worden.
Bert Gerritsma